Wat betreft de dam prestaties was het waarlijk een memorabel weekend.
Peter van Esch en Jan Bosch traden mekaar vredelievend tegemoet. In ieder geval besloten zij om de partij niet helemaal tot het eind uit te spelen. Arie Hanegraaf stond goed maar vond remise ook wel prima en dat was het maximale dat Willem Busschers er überhaupt uit kon halen. Bart Venneker kreeg een lesje van de sterk spelende Loes Grooters, maar zoals wel vaker maakte Loes plotsklaps een foutje waardoor Bart nog remise had kunnen maken via het zogenaamde “bruggetje van Weiss” maar dat werd niet gezien. De koplopers wonnen hun partijen heel overtuigend. Yuen Wong maakte korte metten met de plannen van Gerard Santen en Nico Rosink trakteerde Jos Moorman op een damcombinatie. Richard Vollenbroek won overtuigend van Jelle Jepma en Jan Koerselman won van Hans van der Zon. Aan de lichaamstaal van Michiel Hagreis was duidelijk te merken dat hij met een taaie klus bezig was , maar na een ingewikkelde strijd was hij toch te sterk voor Marinus Bosman.
Leo Springer stond verloren tegen Gerrit Bosch , maar Gerrit kon zijn schaapjes toch niet op het droge krijgen want eindspel kenner Leo sleepte er zowaar nog een puntendeling uit. De langste partij van de avond kende een wisselvallig verloop , maar al het geploeter van Fons ten Broeke en Marinus Freriks leverde uiteindelijk een puntendeling op. Op de zaterdag speelde het eerste team een verre uitwedstrijd in Leeuwarden. Het team was bepaald niet op volle sterkte maar ze vochten als leeuwen. Mooie overwinningen waren er voor Leo Springer en Gertjan Kolsté en de puntendelingen van de invallers Jos Moorman en Frank Krijnen waren zeer verdienstelijk. Hier een daar ging er ook nog wel wat mis maar de 10-10 einduitslag was dik verdiend. Er had nog meer ingezeten wanneer Tonnie Keijzer en Jan Koerselman hun combinatieve mogelijkheden benut hadden Waarbij gezegd moet worden dat de mogelijkheid van Jan van een zeldzame schoonheid was.