Er werden vijf partijen voor de bekercompetitie gespeeld met als inzet een plek in de kwartfinale. Jan Bosch staat bekend om zijn “gokjes. “ Tegenstander Arie Hanegraaf bouwde het goed op en Jan besloot om een gokje te wagen en riskeerde daarmee een lastige stand. Prompt trapte Arie in de valkuil die Jan voor hem gegraven had. Vanuit het niets deed Peter van Esch een dramatische zet en Gerrit Bosch sloeg genadeloos toe. Johan Essink kon zich enig uitstel veroorloven tegen Dexter Oude Egberink. Zijn overwinning kwam er toch wel. Yuen Wong nam tegenstander Gerard Santen in een dodelijke omklemming en dwong daarmee een snelle overgave af. Willlem Buschers weerde zich kranig tegen Nico Rosink maar het technische en tactische surplus van Nico gaf de doorslag.
Er werd ook voor de onderlinge gespeeld. Jos Moorman slaagde er in om het heel overzichtelijk te houden tegen Michiel Hagreis en speelde probleemloos remise. Bennie Vetketel is bezig met een geruisloze opmars. Hij won van Marinus Freriks maar pas nadat Marinus verzuimde om er een winnende damcombinatie uit te halen. Jelle Jepma heeft nog wat gebrek aan wedstrijdritme . Hij maakte een ernstige fout tegen Fons ten Broeke, die de zon weer eens ziet schijnen over zijn landelijke vergezichten. Marinus Bosman stond heel goed tegen Loes Grooters maar nam genoegen met remise. Een vervelende finesse had zomaar een nederlaag kunnen opleveren. Hans van der Zon speelde een hekstellingspartij en speelde een sterke opening. Tegenstander Henk de Lange moest het secuur spelen. Na een ruil was de stand weer volkomen gelijkwaardig maar daarna liep Hans in een combinatie en kwam er niet meer aan te pas.